Wet toekomst pensioenen en StiPP-regeling 2026: wat verandert er?

Een transparant en toekomstbestendig Nederlands pensioenstelsel, dat is het doel van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) die op 1 juli 2023 in werking trad. Het wetsvoorstel werd op 22 december 2022 aangenomen door de Tweede Kamer en kwam voort uit een akkoord tussen werknemers -en werkgeversorganisaties en het kabinet. Persoonlijke pensioenpotjes, een goede afweging tussen rendement en risico, en transparante communicatie staan centraal in de hervorming die het pensioenstelsel zal ondergaan. 
 

Een stelselbrede hervorming met sectorspecifieke impact 

Met de Wtp wordt landelijk een hervorming van het pensioenstelsel doorgevoerd. De uitwerking en het moment waarop wijzigingen worden doorgevoerd in pensioenregelingen verschillen echter per sector. Uiterlijk 1 januari 2028 moeten alle pensioenfondsen zijn overgestapt op het nieuwe stelsel. Bij sectorfonds StiPP (Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten) wordt de pensioenregeling voor de uitzend- en detacheringsbranche per 1 januari 2026 veranderd. 
 

In deze blog komen de belangrijkste wijzigingen, de impact op opdrachtgevers, specialisten en leveranciers in de flexibele arbeidsmarkt, en de voornaamste aandachtspunten aan bod.
 

De belangrijkste wijzigingen die de Wtp meebrengt

  • Het pensioenresultaat hangt af van het beleggingsrendement in plaats van de gegarandeerde uitkering in het oude stelsel.
  • Persoonlijk potje: deelnemers hebben inzicht in hun individuele opgebouwde aanspraken.
  • Flexibiliteit: er komen meer keuzeopties voor op- en afbouwmomenten en de kosten worden transparanter.
     

StiPP: het pensioenfonds voor de flexibele arbeidsmarkt

StiPP verzorgt het pensioen voor uitzend- en detacheringsmedewerkers. In de oude regeling kende het pensioenfonds twee aparte regelingen: 
 

  1. de basisregeling (8% premie)
  2. de plusregeling (12% premie). 
     

Daarbij bouwden flexwerkers vanaf acht gewerkte weken pensioen op en waren alleen medewerkers vanaf 21 jaar verzekerd.
 

In aanloop naar de Wtp heeft StiPP al twee aanpassingen doorgevoerd:

  • Per 1 juli 2023 verviel de wachttijd van acht weken; de pensioenopbouw start direct bij indiensttreding.
  • Vanaf 1 januari 2024 neemt StiPP alle medewerkers vanaf 18 jaar op in de pensioenregeling.

 

Uniforme premieregeling per 1 januari 2026

Vanaf 1 januari 2026 vervallen de basis- en de plusregeling. StiPP vervangt deze door één uniforme flexibele premieregeling. De belangrijkste kenmerken zijn:

 

  1. Hoger premiepercentage:
    1.    Eerder: 8% (basis) of 12% (plus) van de pensioengrondslag.
    2.    Nieuw: 23,4% van de pensioengrondslag, waarvan de werkgever 15,9% en de medewerker 7,5% bijdraagt.
  2. Persoonlijk potje: iedere deelnemer kan zijn/haar eigen premie- en rendementsoverzicht real time inzien.
  3. Keuzevrijheid: deelnemers kunnen, binnen wettelijk vastgestelde kaders, kiezen tussen versneld of uitgesteld opbouwen.
     

Doel van deze stap is de opbouw van flexwerkers dichter bij die van vaste medewerkers te brengen. Vergelijkbaarheid helpt in arbeidsvoorwaardengesprekken en in de totale kostenafweging.
 

Impact op opdrachtgevers

De totale pensioenpremie zal bijna verdubbelen in de nieuwe regeling. Dit heeft tot gevolg dat flexibele inhuur duurder zal worden en opdrachtgevers (inleners) krijgen daardoor te maken met hogere kosten bij het inzetten van flexwerkers. Wanneer flexibele inhuur een belangrijk onderdeel is van de resources binnen een organisatie is het raadzaam daar in de budget -en resourceplanning rekening mee te houden.
 

Impact op specialisten

Voor flexibele professionals biedt de nieuwe regeling voordelen, waarbij het goed dat zij zich bewust zijn van enkele effecten:
 

  • Opbouw start op dag één en deelname vanaf 18 jaar verlengt de periode waarin vermogen kan groeien.
  • Wanneer het beleggingsrendement zich gunstig ontwikkelt, leidt een hogere premie tot een sneller groeiend persoonlijk potje.
  • De medewerkersbijdrage van 7,5% verlaagt het nettoloon dat flexibele professionals maandelijks ontvangen.
  • Er is individueel meer inzicht en keuzevrijheid wat leidt tot meer grip. Dit vraagt wel om goede begeleiding en pensioenvoorlichting door werkgevers.

Als gevolg van de nieuwe regeling liggen de arbeidsvoorwaarden van flexwerkers op de lange termijn dichterbij die van vaste krachten wat de arbeidsmarktpositie van flexwerkers mogelijk versterkt.
 

Impact op leveranciers in de flexibele arbeidsmarkt

Uitzendbureaus, detacheerders en payroll‐bedrijven moeten een pensioenregeling binnen de wettelijke kaders en ten minste gelijkwaardig aan die van StiPP aanbieden. Dit heeft zowel op organisatorisch, commercieel als communicatief vlak impact. 

 

Vier tips waar organisaties aan moeten denken:
 

  • Herzie interne processen om correcte inhouding en afdracht van de nieuwe premiepercentages in te regelen.
  • Voorzie in software die het mogelijk maakt om real‐time inzicht in persoonlijke pensioenpotjes van flexwerkers te bieden.
  • Zorg dat collega’s toegang hebben tot advies en ondersteuning bij vragen over rendement, risico en keuzeopties binnen de nieuwe regeling.
  • Stel een zorgvuldig communicatieplan op en zorg dat flexwerkers en opdrachtgevers tijdig en juist geinformeerd worden.

Samengevat

Met de Wet toekomst pensioenen moet StiPP over naar een eenvormige premieregeling per 1 januari 2026. Dit leidt tot hogere premies en directe pensioenopbouw voor alle flexkrachten vanaf 18 jaar. 
 

Voor alle partijen, zowel opdrachtgevers, specialisten als leveranciers in de flexibele arbeidsmarkt, geldt dat zij zich nu goed moeten voorbereiden om per 2026 soepel over te stappen, de extra kosten en middelen effectief te managen, en de nieuwe mogelijkheden voor persoonlijke pensioenopbouw optimaal te benutten.
 

Met tijdige, heldere communicatie in combinatie met goede begeleiding van de betrokken partijen, kan de sector de omslag maken naar een transparant en duurzaam pensioenstelsel.