De Wet meer zekerheid flexwerkers gaat per 1 juli 2026 in. In lijn met de koers die het inmiddels gevallen kabinet voerde ten aanzien van de flexibele arbeidsmarkt heeft deze het doel om flexwerken eerlijker, stabieler en transparanter te maken. Dit heeft gevolgen voor zowel opdrachtgevers als flexwerkers. In deze blog zetten we de belangrijkste veranderingen op een rij.

 

Doel van de Wet meer zekerheid 

Het beoogde effect van de nieuwe wet is meer zekerheid bieden aan flexwerkers door:

  • Gelijke behandeling van flexwerkers en vaste medewerkers
  • Bevorderen van stabiele arbeidsrelaties
  • Beperken van verlenging van tijdelijke contracten

De wet is onderdeel van een bredere hervorming van de arbeidsmarkt. De inzet van het kabinet is om de arbeidsvoorwaardelijke verschillen tussen vast en flexibel werk terug te brengen.

 

Wat betekent dit voor opdrachtgevers?

Voor opdrachtgevers betekent de nieuwe wet dat zij transparanter zullen moeten zijn over arbeidsvoorwaarden en dat de ruimte voor flexibele inzet wordt ingeperkt. 

 

1. Gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden

Een belangrijk onderdeel van de Wet meer zekerheid flexwerkers zijn de wijzigingen in de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi). Deze wet bepaalt dat uitzendkrachten recht hebben op essentiële arbeidsvoorwaarden die minimaal gelijk zijn aan die van vaste medewerkers in gelijke functies. Daarnaast moeten overige arbeidsvoorwaarden, zoals pensioen, scholing en verlof, ten minste gelijkwaardig zijn.

 

De ABU-cao (voor uitzenders) en de VvDN-cao (voor detacheerders) sluiten aan bij deze nieuwe wetgeving. Cao-partijen hebben hierin al afspraken gemaakt over gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden, die per 1 januari 2026 ingaan.  

 

2. Beperkte inzetduur

Na drie tijdelijke contracten of na 36 maanden verplicht de Nederlandse wet dat het volgende contract een vaste aanstelling betreft. Wanneer er niet wordt overgegaan tot een vaste aanstelling mag de tijdelijke contractreeks na een tussenpauze van 6 maanden opnieuw worden gestart. 

 

Met de Wet meer zekerheid komt daar verandering in. De onderbrekingstermijn in de ketenregeling gaat van een halfjaar naar vijf jaar. Dat betekent dat een flexwerker pas na vijf jaar opnieuw met een tijdelijke contractreeks mag starten bij dezelfde opdrachtgever. Dit is een aanzienlijke beperking van de inzetduur van tijdelijke krachten. Het is raadzaam om contractstrategieën te herzien.

 

3. Minder ruimte voor oproepcontracten

Een oproepkracht is een medewerker die, zoals het woord al zegt, oproepbaar is wanneer de werkgever een beroep op de medewerker wil/moet doen. Er is geen afspraak over het aantal uren dat de medewerker wekelijks of maandelijks wordt ingezet. Vanaf 2027 zijn oproepcontracten aan strengere regels gebonden. Er moeten vaste uren worden afgesproken, wat de flexibiliteit voor opdrachtgevers verder beperkt.

 

Wat betekent dit voor flexwerkers?

Voor flexwerkers levert de wet meer zekerheid en gelijkwaardigheid op:

 

1. Gelijke beloning bij gelijk werk

Specialisten hebben recht op een arbeidsvoorwaardenpakket dat ten minste gelijkwaardig is aan dat van vaste medewerkers die hetzelfde werk uitvoeren. Het doel hiervan is om een eerlijke behandeling te bevorderen en voorkomt concurrentie op arbeidsvoorwaarden.

 

2. Vaste uren en betere bescherming

De wet verplicht tot het afspreken van vaste uren, waardoor flexwerkers zowel meer inkomenszekerheid krijgen als meer stabiliteit ervaren. Dit laatste is in het bijzonder van toepassing op oproepkrachten doordat zij van een situatie zonder urenafspraak naar een situatie gaan waarin het aantal oproepuren wordt vastgelegd.

 

3. Beperking van langdurige tijdelijke inzet

De onderbrekingstermijn in de ketenregeling wordt vertienvoudigd. Nadat er volledig gebruikt is gemaakt van de tijdelijke contractreeks moet er wettelijk gezien een tussenpauze van 5 jaar zijn voordat er een nieuwe tijdelijke reeks gestart mag worden. De verwachting is dat dit leidt tot meer vaste aanstellingen voor flexwerkers of een overstap naar opdrachtgevers. 

 

Immers, wordt langdurige inzet op tijdelijke basis ontmoedigd. Wat het effect is voor flexwerkers van eventuele aanpassingen in de contractstrategieën tussen opdrachtgevers en leveranciers zal moeten blijken.

 

Gefaseerde invoering

De Wet meer zekerheid flexwerkers wordt in twee delen ingevoerd:

  • 1 juli 2026: gelijke arbeidsvoorwaarden
  • 1 januari 2027: ketenregeling en oproepcontracten

Waarbij zoals eerder benoemd in dit artikel de belangrijkste onderdelen van de wet al zijn opgenomen in de ABU- en VvDN-cao’s die per 1 januari 2026 in gaan. 

 

Samenvatting

De Wet meer zekerheid flexwerkers is onderdeel van de hervorming van de flexibele arbeidsmarkt. Doel van het beleid is eerlijkheid, gelijkheid en zekerheid voor flexwerkers te verbeteren. De nieuwe wet zekerheid flexwerkers richt zich op het bevorderen van gelijke arbeidsvoorwaarden en stabiele arbeidsrelaties. 

 

Voor opdrachtgevers betekent dit dat zij transparanter moeten zijn, te maken hebben met een verminderde inzetduur van flexwerkers en verplicht zijn afspraken te maken met oproepkrachten over het aantal oproepuren.